De gezamenlijke weg naar interviewen

Geschreven door burgerwetenschappers Marion en Petro en beroepswetenschapper Evy. Zij werken aan het onderzoeksproject ‘In a Heartbeat’.

Samenwerken in alle onderzoeksfasen, dat is een van de kernwaarden van het ‘In a Heartbeat’ project. We komen met burgers (burgerwetenschappers) en onderzoekers (beroepswetenschappers) wekelijks samen tijdens projectteam-bijeenkomsten.

In alle onderzoeksfasen betekent dat we gezamenlijk onderzoeksthema’s bepalen, data verzamelen en analyseren, en communiceren over het project. Na tien maanden voorbereiden zijn we in maand elf begonnen met interviewen (data verzamelen). In deze blog vertellen we je meer over hoe we ons daarop hebben voorbereid.

De eerste vier maanden bestonden voornamelijk uit leren over de onderwerpen: hart- en vaatziekten, onderzoek doen en burgerwetenschap. Zo leerden we bijvoorbeeld dat mensen die meedoen met interviews ‘respondenten’ genoemd worden en hebben we gezamenlijk de topiclijst gemaakt – dat is de lijst met interviewvragen. Ook is het project getoetst door de ethische commissie. Dat is erg belangrijk als je mensen interviewt in je onderzoek. De ethische commissie checkt of we de deelnemers genoeg beschermen en alleen vragen stellen die nodig zijn om de onderzoeksvragen te beantwoorden. De burgerwetenschappers kwamen in deze eerste fase veel nieuwe ‘wetenschapstermen’ tegen en dat kon best eens lastig zijn. Ook als beroepswetenschappers dachten dat ze dat al goed hadden uitgelegd. Het is dus belangrijk dat de beroepswetenschappers voldoende tijd nemen om alles duidelijk uit te leggen.

In maand vijf zijn we begonnen met de interviewtraining. We voeren een speciaal type interviews uit, namelijk levenslijninterviews. Tijdens het interview vragen we naar gebeurtenissen over hart- en vaatziekten en moeite met rondkomen gedurende iemands leven en dit schrijven we op een tijdlijn. Ook vragen we naar hoeveel invloed die gebeurtenissen hebben gehad. De interviewtraining bestond uit verschillende fases. Allereerst startte het met algemene gesprekstechnieken zoals luisteren, samenvatten en doorvragen. Daarna oefenden we stukken van de topiclijst, gaven we elkaar feedback en stelden we leerdoelen op. Vervolgens oefenden we met het invullen van de levenslijn. Toen we alle losse stukken geoefend hadden, hebben we complete interviews gedaan. Eerst deden we dit met elkaar en als laatste stap met testrespondenten. Dit waren mensen buiten het projectteam (vaak andere onderzoekers of studenten). In totaal is de interviewtraining over vijf maanden uitgesmeerd.

Tijdens de interviews met testrespondenten kregen deze ‘acteurs’ een script zodat ze in de rol van een echte respondent konden kruipen. Ieder testinterview had een uniek script. Als burgerwetenschappers wat extra wilden oefenen met bijvoorbeeld een bepaalde hartaandoening of vrouwspecifieke risicofactoren dan werden die verzoeken verwerkt in het script. Ook zat er genoeg flexibiliteit in de projectplanning om de interviewtraining te verlengen (van twee naar vier naar vijf maanden). Juist omdat de burgerwetenschappers weten hoe gevoelig en kwetsbaar de onderwerpen zijn, vonden ze het extra belangrijk om goed voorbereid te zijn.

Burgerwetenschappers vonden het erg leerzaam en waardeerden dat beroepswetenschappers. Naast leren interviewen leerden we ook feedback geven en ontvangen. Dit open proces hielp om vertrouwen op te bouwen binnen de groep. Waar sommige beroepswetenschappers het in het begin spannend vonden dat zij ook nog weinig ervaring hadden met dit type interview (levenslijninterviews) vonden de burgerwetenschappers dit juist wel fijn, daardoor was het echt een gezamenlijk leerproces.

Een van de burgerwetenschappers geeft aan dat hij verrast is over de menselijkheid van onderzoek doen. “Het gaat veel over gevoelens: zowel wat de interviewvragen bij de deelnemer kunnen oproepen, als hoe je als interviewer geraakt kan worden door wat een deelnemer zegt. Dit is anders dan bij een vragenlijst. Het is ook onvoorspelbaar hoe deelnemers reageren en of ze bijvoorbeeld introvert of extravert zijn. Het is heel leerzaam om dat te merken.” Een andere burgerwetenschapper vult daarbij aan “Het is fijn om tijdens de training te leren hoe je omgaat met verhalen die ook betrekking hebben op jou of anderen om je heen. Je ervaart dat iets je raakt en hoe je daarmee omgaat. En dat dat gevoel daarna ook weer zakt.”

Naast de bijdrage aan wetenschappelijke kwaliteit zorgt het proces ook voor persoonlijke groei bij burgerwetenschappers. Hoewel het in het begin aftasten was, komen verschillende burgerwetenschappers steeds meer los. Hun zelfvertrouwen groeit, ze nemen het woord in de groep of presenteren zelfs voor een volle zaal. Door complimenten en subtiele opmerkingen is het duidelijk merkbaar dat zowel de beroepswetenschappers als burgerwetenschappers dit belangrijk vinden en hier oog voor hebben. Tot nu toe is dit misschien wel het mooiste resultaat.

Voor nu kijken we allemaal uit naar deze nieuwe fase in het project. De eerste interviews gaan goed en momenteel overheerst (zelf)vertrouwen dat we dit als groep tot een goed einde gaan brengen. Op naar de rest!

Publicatiedatum
16 december 2025
This site is registered on wpml.org as a development site. Switch to a production site key to remove this banner.