Hoe krijg je kinderen – én volwassenen – spelenderwijs in beweging?
Tijdens festivals Expeditie NEXT en Into The Great Wide Open sloegen studenten, onderzoekers en het team van Picoo de handen ineen. Een bijzondere testcase waar technologie, jeugdgezondheid en praktijkgericht onderzoek samenkwamen.
We spraken met betrokken studenten, onderzoekers van Avans Hogeschool en de makers van Picoo over hun ervaringen.
Technologie die beweging en verbinding stimuleert
Picoo is een draagbaar spelplatform waarmee kinderen buiten kunnen spelen met interactieve spellen. “We zijn speciaal ontworpen voor sociale omgevingen,” vertelt Ilse Soute, directeur van Picoo. “Of je nu op een BSO staat of op een festival – zodra mensen Picoo in handen krijgen, gaan ze bewegen en samenspelen.”
Picoo werd oorspronkelijk niet ontworpen als intergenerationeel spel, maar blijkt daar verrassend goed voor te werken. “Op een BSO werkt 4-12 jaar goed, maar nu onderzoeken we of ook ouders en grootouders meedoen. Samen spelen tussen generaties is uitdagend, maar waardevol.”
Onderzoek ‘in het wild’
Volgens onze onderzoekers Maartje en Cindy biedt een festival als onderzoeksplek juist unieke inzichten.“Kinderen zijn enthousiast, maar hoe ze zich écht gedragen, zie je pas in de observaties. Soms zeggen ze iets anders in een vragenlijst dan wat je ziet gebeuren. Daarom gebruiken we meerdere onderzoeksmethoden – om echt te begrijpen wat werkt, voor wie.”, vertelt Maartje Vermeer, docent-onderzoeker en Cindy de Bot, associate lector bij Centre of Expertise Perspectief in Gezondheid.
Ook het maatschappelijke belang is groot, benadrukken de onderzoekers: “Kinderen bewegen minder, zitten meer. Bewegend leren is daarom steeds belangrijker. En wat is er mooier dan spel gebruiken om dat te stimuleren?”
Niet alleen een leuk festivalproject
De casus werd opgepakt door Innofest en zelfs genoemd door NWO. Een erkenning van de impact, vinden de betrokkenen. “Het is bijzonder dat dit niet alleen blijft bij een leuk festivalproject. Er wordt een artikel over gepubliceerd, en we gebruiken het actief in de opleiding verpleegkunde. Studenten leren zo dat onderzoek ook buiten het ziekenhuis of klaslokaal plaatsvindt.”, vertelt Maartje. Er is bovendien vervolg: “Studenten hebben Picoo getest in het sociaal programma van NAC, waar jongeren en ouderen samenkomen. En ook met alleen senioren – erg interessant. Zo bouwen we verder aan inzichten over hoe je spel kunt inzetten om generaties te verbinden.”
De praktijk als leerschool
Voor studenten is het werken met ‘kinderen in het wild’ een waardevolle aanvulling op stages in formele zorgcontexten. “In het ziekenhuis zie je vaak zieke kinderen. Hier leer je juist omgaan met gezonde kinderen in een natuurlijke context. Dat helpt enorm bij het ontwikkelen van vaardigheden als observeren, communiceren en inspelen op gedrag.”, verklaart Cindy.
Voor verpleegkunde studenten Olav en Mariam bood dit onderzoek een mooie kans om deze praktijkervaring op te doen. “Ik kende de stappen van onderzoek al wel, maar nu zie je hoe het echt gaat – met échte kinderen. De interactie met de doelgroep maakt het anders.”, vertelt Mariam. Voor Mariam sluit het onderwerp bovendien aan bij haar toekomstplannen: “Ik wil later werken met jonge kinderen, in de jeugdgezondheid of opvoeding. Dan moet je je theorie kunnen toepassen op de praktijk. Dit was een mooie manier om dat te ervaren.”
“Voor vierdejaars is het sowieso goed om deze vaardigheden te oefenen. Je leert hoe je vragen ophaalt, observeert, data verzamelt en analyseert.”, vult Olav aan.
Spelen, verbinden en leren tegelijk
Dit onderzoek laat zien hoe onderwijs, technologie en samenleving elkaar kunnen versterken. Met als resultaat: nieuwe inzichten, meer beweging, en studenten die leren waar onderzoek werkelijk over gaat – mensen, interactie en impact.