Samen leren op weg naar betere jeugdhulp
In het Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdhulp Nederland (SEJN) werken jeugdhulpinstellingen en kennis- en onderzoekorganisaties al bijna 20 jaar met elkaar aan de effectiviteit van jeugdhulp. Met behulp van de Lerende Databank Jeugd (LDJ) brengen zij gegevens bij elkaar over de hulp en leren daarmee wat beter kan. Inmiddels is van meer dan 44.000 jeugdhulptrajecten data verzameld. Hoewel ‘willen leren’ deze organisaties kenmerkt, lukt het niet overal een lerende organisatie te realiseren die een blijvende verbeterbeweging in gang houdt die tot veranderingen leidt.
Wat is de aanleiding van het project?
SEJN bestaat al bijna 20 jaar. Anno 2024 is er veel op gang gebracht, maar er zijn ook verschillen tussen organisaties in de mate waarin de lerende beweging op gang komt en tot daadwerkelijke verbetering leidt in de hulpverlening. Met dit project versterken en vergroten we het lerende netwerk precies op een moment dat past bij de ontwikkeling van SEJN.
Het is een gemiste kans wanneer jeugdhulporganisaties geen optimaal lerende organisaties zijn: zij streven er immers naar het bieden van zo goed mogelijke hulp. Helaas lukt dat nog niet altijd. Zelfs evidence-based interventies leiden nog lang niet altijd tot verbetering en daarnaast houdt het behaalde effect niet altijd aan op de lange termijn. Bij 23% van de gestarte jeugdhulptrajecten in 2022 was sprake van herhaald beroep. Ook is het jeugdzorggebruik nog nooit zo hoog geweest.
Inge Bastiaanssen, projectleider
"Door actieonderzoek wordt nieuwe kennis ontwikkeld en tegelijkertijd geïmplementeerd om daarmee de praktijk te verbeteren."
Wat is het doel van het project?
Uiteindelijk wil SEJN een leidende en onderscheidende positie innemen ten aanzien van de ontwikkeling tot lerende organisaties met een realistisch verhaal dat aansluit bij de complexiteit van het jeugdveld. De impact hiervan moet uiteindelijk merkbaar zijn op diverse niveaus: tussen professionals en cliënten tijdens de hulp, tussen professionals en tussen organisaties. Maar ook op maatschappelijk niveau tussen beleidsmakers en organisaties en daarmee leiden tot verder verbetering van de jeugdhulp.
Hoe gaan we te werk?
Tijdens het project wordt op een gelijkwaardige manier samengewerkt met alle belanghebbenden: jongeren, ouders, leidinggevenden, professionals en onderzoekers. Door actieonderzoek wordt nieuwe kennis ontwikkeld en tegelijkertijd geïmplementeerd om daarmee de praktijk te verbeteren. Alles wat tijdens het actieonderzoek gebeurt (en dus wordt geleerd) wordt door de belanghebbenden en de onderzoekers vastgelegd in een logboek. Welke gegevens (kwalitatief en kwantitatief) verzameld gaan worden, volgens welke methoden en hoe deze worden geanalyseerd is afhankelijk van de acties die gekozen gaan worden. Ook dit wordt tijdens het proces bepaald door belanghebbenden.
Het resultaat van het onderzoek is leren vanuit interne gedrevenheid, wat leidt tot steeds betere jeugdhulp. Er wordt richting gegeven aan het vervolg van de ontwikkeling van lerende organisaties: zowel voor de vier SEJN-organisaties, overige SEJN-organisaties en organisaties in de jeugdsector in de brede zin.
Met wie werken we samen?
Het actieonderzoek wordt uitgevoerd bij jeugdhulpinstellingen Levvel, Youke, de Rading en Amiq en hun cliëntenraden en de jongerentafel van de LDJ. PiResearch en Praktikon zijn betrokken als onderzoekspartners. Ook adviseurs Martijn van Dam (Beweging van 0) en Tonnie van der Zouwen (expert participatief actieonderzoek) brengen hun expertise in.
neem contact op
Inge Bastiaanssen
Lector Participatieve Innovatie in het Jeugdlandschap